geb. 1652 te 's Gravenhage, gest. te Utrecht 1719, verdienstelijk teekenaar en schilder en beroemd reiziger, vertrok 1 Oct. 1674 uit 's Hage, toog door Duitschland naar Rome, bezocht vervolgens Napels, Livorno, Smirna; ging van daar door Klein-Azië en Egypte naar den Archipel, bleef 8 jaren te Venetië, en keerde 1693 te 's Hage terug, waar hij 5 jaren besteedde aan de beschrijving van zijne reis. In 1701 ondernam hij een tweeden togt door Rusland en Perzië naar Indië, bezocht de Malabaarsche kust, Ceilon, Batavia en Bantam, en keerde 1708 in Nederland terug, waar hij te Amsterdam het verhaal van den tweeden togt voor de pers gereed maakte.
Beide werken infol. (hetleDelft 1698 gedrukt, het 2e Amst. 1714) prijken met een aantal keurige platen.