Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Charicles

betekenis & definitie

1) bevelhebber der vloot in den peloponnesischen oorlog, en na de overwinning van Athene een der dertig tirannen van Athene.

2) schoonzoon van Phocion, liet zich omkoopen door Harpalus, en ontging de doodstraf slechts dooide vlugt.

< >