Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cauchen

betekenis & definitie

of Auchen, een van scytischen oorsprong zijnde stam van het germaansche volk. De C. werden gesplitst in Groote C. (lat.

Cauci-Majores), wonende tusschen Weser en Elve, in het tegenw. Oldenburgsche en in de omstreken van Breinen, en Kleine C. (lat. Cauci-Minores), wonende tusschen Eems en Weser, in het tegenw. Oost-Friesland.

< >