een der oudste hongaarsche magnaten-familiën, die haren stamboom laat aanvangen met Eörs, een der mede-aanvoerders van Arpad bij den inval der Magyaren in Pannonië (884), en welke familie aan Hongarije eene menigte helden en staatsmannen heeft geleverd. In 1585 werd dit geslacht in den vrijheeren, 1630 in den rijksgraven-, en 1764 (de oudere linie) in den rijksvorstenstand verheven.
Gregorius van Eors was 1389 Castellan van Gran, toen hem door koning Siegmond de heerlijkheid Batthyanyi werd geschonken, waarnaar de geheele familie voortaan haren naam droeg.(Balthasar I van) was onderkoning in Bosnië, later veldoverste en kommandant van Güns.
(Balthasar II van), zoon van den vorige, geb. 1493, was onder-banus van Croatië en Slavoniè, nam deel aan den slag bij Moliacs, en stierf 1542
(Frans I van), banus van Croatie en Slavoniè, broeder van den vorige, streed insgelijks in den slag bij Mohacs, en 1415 tegen de in opstand zijnde boeren onder Stephanus Bathori; door zijnen moed behield bij Croatië en Slavoniè voor den keizer, en stierf 1566.
(Balthasar III van), geb. 1538, streed roemrijk tegen de Turken, en hield uit eigen middelen een leger op de been van 1200 man voetvolk en 500 ruiters. Hij was op de rijksdagen de plaatsvervanger van den palatijn. Zijn zoon Adam I van B. werd in den rijksgravenstand verheven, en onder diens zonen Christoflel II en Paul I splitste de familie zich in eene oudere en jongere linie.
