Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bato

betekenis & definitie

waarschijnlijk een mythisch persoon, wordt geuoemd als de stamvader der Batavieren. Volgens de overlevering was hij een zoon van den koning der Gatten, doch moest, voor den haat zijner stiefmoeder beducht, de vlugt nemen, en kwam zich niet eetiige zijner landgenooten nederzetten, ongeveer ter plaatse van het tegenw.

Nijmegen, waar hij het slot Batenburg bouwde. Het werkelijk bestaan van B. is intusschen nooit historisch bewezen.

< >