(Uaniello), geb. 1608 in Ferrare, gest. 13 Jan. 1685 te Rome, waar hij zich bevond sedert 1650, toen hij derwaarts was ontboden om eene geschiedenis te schrijven van de Orde der Jezuïten, van welke hij sedert 1623 lid was. Dit zijn hoofdwerk Istoria delta.compagnia di Giesu (5 dhr., Home 1663—73), eene reeks van beredeneerde lofspraken, opende hij met Vila e istiluto di San-Ignazio (2e druk, Rome 1659).
Al zijne werken verschenen in 12 dln. te Turijn 1825.(Pietro Santi, eigentlijk Pieti'o Santés), met den onopgehelderdeti bijnaam Perugio, schilder en kopergraveur, geb. 1635teBartola, gest. 1700 te Rome, was een leerling van Poussin, wiens schilderstukken hij meesterlijk nabootste. Zijne voornaamste werken zijn : Admiranda Romanarum antiquitalumvestigia(RomeiQ$3,'mfo\.) ; Gli anlichi sepolcri (Rome 1697, in fol. ; Leyden 1728) ; Museum Odescalciim (Rome 1747 en 1751, in fol.).
