Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bamian

betekenis & definitie

een bergpas, die zich, in den vorm van een tusschen steile rotswanden ingeslolen vruchtbaar dal, ter hoogte van 8496 vt. over den HindoeKoeh uitstrekt en den weg vormt van Kaboel naar Turkestan. Dit dal was eertijds de voornaamste zetel van het Boeddhismus, en prijkte dan ook met een aantal daarop betrekking hebbende afgodsbeelden, monumenten, grotten, cellen en beeldhouwwerken, totdat de Mahomedanen deze eeredienst onderdrukten en al die gedenkteekenen en zinnebeelden vernielden.

Ook de grafsteden en moskeen en andere gewrochten van bouwkunst der Mahomedanen liggen in talrijke ruinen door het dal verspreid, nadat hunne stad Ghalgbaleh in 1221 door Gengis-Khan verwoest is geworden. Deze pas is de eenige over den Hindoe-Koeh, die met zwaar geschut en wagens kan worden bereden; de B. is dan ook, zoowel in een strategisch opzigt als in dat van handelspolitiek, van het grootste gewigt.