Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Balderik (bisschop)

betekenis & definitie

in 918 opvolger van Radboud, was de 15e bisschop van Utrecht, en een even dapper krijgsman als vroom geestelijke. De Noormannen, die Utrecht overweldigd hadden, dreef hij weldra van daar; in 966 toog hij naar Italië om een mondgesprek te houden met keizer Otto I, die hem het muntregt verleende en verscheidene andere privilegiën.

De giften, door Kavel den Gr. aan de kerk van Utrecht geschonken, werden bevestigd aan bisschop B.; hij stierf te Utrecht 7 Jan. 977.

< >