Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Axel

betekenis & definitie

of Absalon, aartsbisschop van Lund en bisschop van Roeskilde, tevens minister en veldheer der deensche koningen Waldemar I en Kanut VI, geb. 1128, gest. 1201, bestreed en overwon de wendische zeeroovers, zoomede den pommerschen vorst Bogislaw. Op zijne aansporing schreven Saxo Grammaticus en Svend Aagesen de geschiedenis van Denemarken.

Hij liet een sterk kasteel (Axelhuus) bouwen, ter plaatse waar nu de stad Koppenhagen ligt, dat daarom ook wel Axelstad genoemd wordt.

< >