Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ate

betekenis & definitie

d. i. ongeluk, volgens Homerus (IliadeXIX, 91) de dochter van Jupiter, eene onheil-aanrigtende godin, die iedereen verleidt tot afwijking van zijnen phgt en zoodoende de rust verstoort van alle menschen, en over allen ongeluk brengt. Zelfs Jupiter had zij weten over te halen tot den eed, waardoor Hercules de onderdaan werd van Eurystheus.

Om die reden stiet Jupiter haar uit den Olympus op de aarde neder, waar zij rondzwerft, overal gevolgd door de Gebeden (de kreupele dochters van Jupiter) die het kwaad, dat A. aanrigt, zooveel mogelijk trachten te herstellen. Bij de treurspeldichters is A. niet de aanrigtster van alle kwaad, maar de wreekster van alle onregt.

< >