de Montor (ridder Alex. Fréd.), geb. te Parijs 1772, gest. 1849; in der tijd geëmigreerd, streed hij in het leger van Condé; 1798 inFrankrijk terug, werd hij diplomaat, en was lang fransch zaakgelastigde te Rome en te Florence; vandaar zijne uitstekende bedrevenheid in de italiaansche taal.
Hij schreef : Considérations sur la peinture en Italië avant Raphael{ 1808 en 1811); Voyage dans les calacombes de Rome (1810); Macchiarel, son génie et scs erreurs (1833); L’Italië (1834 in de .Univers” van Firmin Didot) ;eene Histoiredu pape Pie VII (1836), de Léon XII, de Pie VIII; Histoire des somemins pontifes romains( 1847—49);eenefranschevertaling vanDante (1811 en 1828), en eene "Geschiedenis van Dante" (1841)..