1) koning en veldheer der Messeniërs, bragt omstreeks 684 v. Chr. zijne landgenooten in opstand tegen de Lacedemoniërs, en verwekte den tweeden messenischen oorlog.
Tweemaal werd hij gevangen genomen, en beide de keeren gelukte het hem op. de wonderdadigste wijze te ontsnappen. Hij behaalde groote voordeelen, en hield in eene sterke plaats op den berg Ira elf jaren lang (682 tot 671 v. Chr.) een beleg uit, doch kon niet beletten, dat zijn vaderland onder het spartaansche juk werd gebragt. Overwonnen, nam hij met een gedeelte der Messeniërs (terwijl de overigen zich naar Sicilië begaven) de wijk naar Rhodus, ten einde van daar hulp te zoeken bij de Lyciërs en Meden, doch hij stierf te Jalysns op Rhodus, en werd daar als halfgod vereerd.2) een Acarnaniër, stond in hoog aanzien bij Agatbocles, den minister van Ptolemeus Philopator, na wiens vermoording A. den nieuwen minister Tlepolemus verdrong en Egypte met talent en bekwaamheid regeerde. Hij stierf 192 v. Chr. door vergif.