Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Archias

betekenis & definitie

1) een Corinthisch Heracliet, de stichter van Syraeuse, die eerst volgens de godspraak zijne vaderstad verlaten moest, omdat hij den knaap Acteon had geroofd.

2) een Thebaan, die Thebe 382 v. Chr. door verraad aan den spartaanschen veldheer Phebidas overleverde, en tot belooning daarvoor tot polemarch of bevelhebber van Thebe werd benoemd; eenigen tijd daarna, terwijl hij aan een feestmaal zat, ontving hij eenen brief, waarin men hem bekend maakte met de zamenzwering van Pelopidas. Hij legde den brief ongeopend ter zijde met de woorden ; »De ernstige zaken moeten maar tot morgen wachten”. Dien eigen avond werd hij vermoord.

< >