een afrikaansche Neger, geb. in het begin der 18e eeuw in Axum op de Goudkust, werd 1707 overgebragt naar Holland. De hertog van Brunswijk,den bijzonderen aanleg van den negerknaap bespeurende, liet hem studeren, eerst te Halle en vervolgens te Wittenberg.
A. was een geleerd man, van wiens lessen druk gebruik werd gemaakt; behalve in de natuur-, wis- en sterrekunde was hij bekwaam in het Latijn, Grieksch, Hebreeuwsch, Hollandsch, Fransch en Duitsch; doch na den dood van zijnen weldoener verviel hij tot zwaarmoedigheid, en keerde, na ruim 30 jaren in Europa te hebben doorgebragt, naar zijn geboorteland terug, waar de geleerde reiziger Gallandat hem nog in 1753 in leven vond.