Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Antoinette bourignon

betekenis & definitie

geb. 13 Jan. 1616 te Rijssel, afschuwelijk leelijk, maar zeer begaafd naar den geest, was de dochter van een koopman aldaar. Door het lezen van mystieke werken tot geloofsdweeperij vervallen, beschouwde zij zich als door God geroepen om den waren geest van het Evangelie te herstellen.

Wegens hare dweeperijén gebannen, zwierf zij rond door Vlaanderen, Braband, Holland, Holstein, den Elzas, doch werd nergens lang geduld; na zich een grooten aanhang te hebben gemaakt, stierf zij te Franeker in Friesland 30 Oct. 1680. In weerwil van hare leelijkheid was zij het voorwerp van menigen bevigen hartstogt. Onder hare aanhangers traden vooral op den voorgrond: Noels (secretaris van den beroemden Jansen Lacoste) en Poiret. Zij heeft veel geschreven; hare werken, uitgegeven door Poiret, beslaan niet minder dan 25 dln. (Amsterdam 1676 tot 1684; 2e druk 1717).

< >