Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Antillen

betekenis & definitie

ook Voor-eilandcn,en ook wel Suiker-eilanden genoemd, eene groote, ongemeen talrijke eilandgroep tusschenNoord- enZuid-Amerika, welke zich van het Florida-kanaal tot aan de golf van Paria in eenen wijden hoog voor de golf van Mexico, Honduras, Guatemala cn de Caraibische Zee uitstrekt over ruim 12 breedte-graden. Deze schakel van eilanden, die men bedoelt onder den gemeenschappelijkcn naam van de Wesl-Indiën, wordt in 2 hoofdgroepen gesplitst : de Groote A. en de Kleine A.

Tot de eerste groep behooren de vier eilanden Jamaica, Cuba, St. Domingo (of Haïti) en Portorico, met eene gezamentlijke gronds-oppervlakte van 4146 vierk. mijlen. De Kleine A., omstreeks veertig in getal, splitst men in Eilanden in den wind cn Eilanden onder den wind, naar gelang ze vroeger of later door den noordoostelijken passaatwind worden aangedaan. Deze geheele rij eilanden vertoont zich als eene door de zee afgebrokene vulkanische bergketen, welker toppen eene aanzienlijke hoogte bereiken in de Sierra-del-Cobra op Cuba en inde Blaauwe bergen op Jamaica. Het klimaat is drukkend en, door de kille nachten, veelal ongezond. De vruchtbaarheid van den grond is meerendeels ongemeen weelderig; behalve eene menigte edele houtsoorten zijn de voornaamste voorlbrengselen:suikerriet,koiïij, katoen, indigo, specerijen en allerleizuidervruchten. Het tusschen Europa en de A. plaats hebbende handelsverkeer is zeer belangrijk. Alleen Haïti is een onafhankelijk rijk; van de overige eilanden behoorenaan Engeland ; Jamaica, Trinidad, Tabago, Granada, St. Vincent, Barbadoes, Santa Lucia, Dominica, Antigua, Barbuda, Anguilla, enz.

aan Frankrijk: Guadeloupe, Martinique, St. Martin (gedeeltelijk), enz.;

aan Spanje: Cuba en Portorico;

aan Nederland: Curaçao, St.Martin (gedeeltelijk), St. Eustache, Saba, enz.;

aan Zweden : St. Barthelemy;—aan Denemarken : St. Croix, St. Thomas en St. Jean.

< >