kreisstad in Pruisen, prov. Pommeren, regerings-district Stettin, op den regter-oever van de Peenc; 10,000 inw.; laken- en linnenvervaardiging, en scheepvaart.
De stad A. wordt reeds vermeld in 1121, werd 1319 in den Hanze-bond opgenomen, en geraakte tot eenen hoogen trap van bloei. Later herhaalde malen door brand, alsook door de pest geteisterd, 1628 uit den Hanze-bond getreden, 1713 door deRussen geplunderd,bij den vrede 1720, tusschen Zweden en Pruisen, aan laatstgenoemd rijk afgestaan, werden 1762 de vestingwerken geslecht, terwijl A. door een en ander geheel in verval geraakte.