(Gosse), vermoedelijk een zoon van den 12 Febr. 1561 gestorvenen grietman (te Utingeradeel in Friesland) Gabbe van A., was een der onderteekenaars van het verbond der edelen.
(Tjeerd), vermoedelijk een broeder van Gosse, was mede-onderteekenaar van het verbond der edelen. Beiden ijverden met roem voor de zaak der vrijheid
(Tjaard), in 1509 grietman te Utingeradaal, was een zoon van Gosse, hing de geldersche partij aan, en ten gevolge van de overwinningen der Bourgondischen werden zijne goederen verbeurd verklaard
(Tinco van), bewees als gevolmagtigde ten landsdage, tijdens het schrikbewind van Alba, groote diensten aan den lande, door zijne wijsheid en voorzigtigheid.
(Regnerus van), zoon van een anderen Tinco, geb. 24 Dec. 1674 te Lemmer, waar hij 1692 grietman werd, en in welk plaatsje hij postwagens en veerschepen aanlegde en den ondernemingsgeest aanmoedigde tot het oprigten van fabrieken, enz.; 1695 was hij lid der gedeputeerde staten; hij stierf 25 Aug. 1754.
(Joris), neef van admiraal de Ruyter, maakte als schrijver op het schip van commandeur deWildt 1665 den togt mede naar de kust van Guinea, werd in Augustus van dat jaar secretaris van de Ruyter, in welke betrekking hij de oorlogen van 1665 tot 1667 en die van 1672 en 1673 bijwoonde. In 1676 voerde A. bevel over het schip »Stad en Lande" bij de Ruyter's laatsten logt naar de Middellandsche Zee, was 29 April 1676 mede tegenwoordig aan het sterfbed van den held, dien hij slechts kort overleven mogt; want na zich zeer dapper te hebben gekweten in het ongelukkig gevecht in de baai van Palermo, stierf hij aldaar 26 Mei 1676 aan den rooden loop, welke daar hevig op onze vloot woedde.