of Andorrée, klein gemeenebest op de zuidzijde der Oost-Pyreneen gelegen, tusschen liet fransche dept. Arriègc en Catalonié, beslaande eenen omtrek van 9 vierk. mijlen met omstreeks 18,000 inw.
Reeds door Karel den Groote werd A. onzijdig verklaard, en als zoodanig geldt het in zekere mate nog tegenwoordig; intusschen oefent zoowel Frankrijk als de bisschop van Urgel er zekere regten van oppergezag uit. Frankrijk heeft het hooge beschermheerschap over A. en trekt er jaarlijks 960 francs belasting van, waartegen het den invoer van graan toelaat vrij van regten; buitendien wordt ook als eersten viguier (d.i. landvoogd) door Frankrijk een Franschman benoemd. De bisschop van Urgel heeft de vrije beschikking over alle pastoorsplaatsen, benoemt den tweeden viguier uit de inboorlingen, en trekt een jaarlijkschen cijns van 450 livres. Het land is ingedeeld in 6 kerspelen, en telt 34 gemeenten. Het is rijk aan bosch- en weiland, heeft wijnbouw en ooftteelt, ijzermijnen en minerale bronnen, doch bouwt geen graan, zoodat het in die behoefte moet voorzien door aankoop van elders. Het regeringsbeleid is in handen van eenen souvereinen raad, bestaande uit 24 leden, welke raad eenen syndicus en consuls kiest,blijvende de syndicus zijne waardigheid bekleeden zoolang hij leeft. De Andorranen zijn eenvoudig, sterk en oorlogzuchtig; alle mannen zijn van hun 16de tot hun 60ste jaar dienstpligtig. Hoofdstad Andorra, aan de Balisa, 2000 inw.