Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ammon (bijbel e.d.)

betekenis & definitie

1) geboren uit de bloedschande van Loth met zijne dochter, werd de stamvader der Ammoniten; Genesis 19 : 38.

2) in de fabelleer een zoon van Triton den koning van Lybiê.was de vader van Bacchus.dien hij bij de nimf Amalthea verwekte.
3) A. of Hammon, op hièroglyphische gedenkteekenen ook “Amen" genoemd, was eene egyptische godheid, als opperste god der Egyptenaren overeenkomende met god Zeus der Grieken. Naar zijnen naam A. was hij de verborgene, nog niet geopenbaarde god; inzonderheid wordt hij, als beschermgod van Theben (de heilige “Ammons-stad”), voorgesteld als zittende op zijnen troon, met de zinnebeelden des levens en der magt bij zich, en op zijn hoofd den hem uitsluitend eigen zijnden tooi van twee hooge vederen,bij wijze van ramshoornen, op het beneden-gedeelte der kroon, en een van achteren tot op zijne voeten neerhangend lang lint.
4) een krijgsoverste, die te gelijk met eene bejaarde vrouw van aanzienlijken stand, genaamd Ammonaria, den marteldood onderging tijdens de vervolging der Christenen onder keizer Decius.
5) bisschop van Tabenne in Egypte, werd door zijne voogden genoodzaakt om te trouwen; doch op den dag, waarop zijn huwelijk voltrokken werd, las hij aan zijne bruid voor wat door den apostel Paulus van getrouwde lieden gezegd is, en hij overreedde haar om zamen te leven als broederen zuster; op dien voet gingen zij zamenwonen op eenen berg, en bragten daar 22 jaren in de heiligheid van het kluizenaarsleven zamen door; deze A., zegt Sozomenus, had omstreeks drie duizend discipelen, die zich ook aan het kluizenaarsleven hadden gewijd.

< >