Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ambachtsheer

betekenis & definitie

was in vroeger tijden de vasal, die door den leenheer met een ambacht (d. i. een regtsban, een regtsgebied, eene jurisdictie) beleend was, of die een ambacht had aangekocht als vrijgoed; vandaar nog de uitgang Ambacht in sommige namen : Bergambacht (bij Schoonhoven), Hendrik-Ido-Ambacht (bij Dordt), enz.

< >