(lat. Amalphia of Melfia), zeestad aan de golf van Salerno in het Napelsche, met 4900 inw. (in de middeleeuwen telde het er 50.000 ), en vrij levendigen handel.
In de middeleeuwen was A. de hoofdstad van een klein gemeenebest en beroemd door den levendigen handel, die zich vooral aan gene zijde van de Middellandsche Zee uitstrekte; het zeeregt dier republiek (Tabula Amalphilana) was destijds in geheel Italië van verbindende kracht. In 1135 werd A. door die van Pisa verwoest, die hier het oudste handschrift vonden der Pandekten. Flavio Gioja, de verbeteraar van het kompas, was hier geboren, zoomede Masaniello, wiens huis hier nog vertoond wordt. Een gasthuis, door de Amalfitanen te Jeruzalem gesticht, was de oorsprong van de orde van St. Jan van Jeruzalem. Het voormalige groote A. stond op de hoogte, waar nu Ravello en Scala staan, elk met 1400 inw.
