Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Aloud

betekenis & definitie

of Aland (in sommige boeken, waarschijnlijk door eene drukfout, Aland), baljuw van Zuid-Holland, geraakte 1299 in geschil met de schepenen van Dordrecht over hunne bevoegdheid; en door graaf Jan I, onder voogdij van Wolford van Borsselen, werden de schepenen niet alleen in het ongelijk gesteld, maar zelfs door baljuw A. voor leugenaars uitgemaakl. Dit geschil liep weldra zoo hoog, dat die van Dordrecht de stad in staat van verdediging bragten, die dan ook weldra door heer Wolferd werd belegerd, terwijl de toevoer naar de stad van alle kanten werd algesneden.

Witte van Haamstede werd tot dat einde met zijne bende op het huis Putten gelegd; Nicolaas van Oats lag beneden Dordrecht, te Alblasserdam; en baljuw A., met de zijnen, boven Dordrecht op het huis Kraaijenstein te Sliedrecht. Gedurende het beleg kwam Wolford van Borsselen om het leven; naauwelijks hadden de Dordtenaars dit vernomen of zij trokken ophel huis Kraaijenstein aan, dat zich spoedig op genade en ongenade moest overgeven. A. en eenigen der zijnen werden nu gevankelijk opgebragt naar de stad, doch naauwelijks waren ze te Dordrecht binnen de stadspoort, of A. en nog vijf anderen werden door het gemeen doodgeslagen.

< >