in Friesland, behalve eene stins A. in de grietenij Tietjerksteradeel, eene andere stins A. in de grietenij Wymbritseradeel en eene state A. in de grietenij Dantumadeel, verdient hier melding de stins A. of Douma, eertijds gelegen in het kwartier Oostergoo, grietenij Rauwerderhem, onder Poppingawier. Het geslacht A., was eigentlijk het geslacht Galama, dat, na eerst den naam Heslinga te hebben aangenomen, door huwelijk met het geslacht A. vereenigd werd, en vervolgens dezen naam voerde, waardoor vele schoone erfenissen aan dit huis kwamen.
1) Hette, zoon van Botto Gales Heslinga, was onder den naam van A. stichter van de prebende van Poppingawier; hij stierf op Douma-state in 1507.
2) Hette van A., zoon van Lieuwe van A., volgde 1543 zijn vader op als grietman van Rauwerderhem ; doch toen hij bij de veranderde tijdsomstandigheden toch spaanschgezind bleef, werd hij in 1578 afgezet cn gebannen, en stierf 1587, een en zeventig jaren oud, in ballingschap te Steenwijk. In 1579 was hij een dergenen, die bij den graaf van Rennenberg, stadhouder van Friesland, een verzoekschrift indienden om de Unie van Utrecht te verhinderen.
3) A. (Agge of Aggeus), was de zoon van Aesge A. studeerde in de regten te Bourges, was als raadsheer in het Hof van Friesland een der friesche afgevaardigden die in 1555 den eed aan Filips van Spanje staande deden (het gebruik vorderde zulks knielende te doen). Bij de vredes-onderhandelingen te Keulen 1579 was hij een der afgevaardigden van de Nederlanden en hun woordvoerder, en men houdt hem voor den schrijver van de Oratio de pacanda et componenda Republica, ad Belgas, etc., onder den verdichten naam van Balseus Carfenna Hylander, welke redevoering sterk tegen den vrede is gerigt. Van 1576 af schijnt hij voortdurend te Keulen gewoond te hebben; hij stierf vermoedelijk in 1587 of 1588.