Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ada (gravin)

betekenis & definitie

gravin van Holland, dochter van graaf Dirk VII, werd door de kuiperijen harer heerschzuchtige moeder Adelheide van Cleef in 1205 in den echt verbonden met Lodewijk, graaf van Loon (of Looz, een graafschap in de tegenwoordige belgische provincie Luik), terw'ijl haar vader nog boven aarde stond. Pas 18 dagen gehuwd, zag zij hare ongelukken beginnen.

Vele edelen, misnoegd over gravin Adelheid, waren voornemens moeder en dochter gevangen te nemen en ze over te leveren aan graaf Willem, broeder van den overledene. Ada nam de wijk op den burgt te Leyden, viel daar in handen van haren oom, die haar gevankelijk naar Texel bragt; hier bleef zij echter niet lang, maar werd in het laatst van 1205 naar Engeland gezonden, waar haar man in 1207 eindelijk toegang tot haar kreeg, en in 1208 met haar terugkeerde naar zijn graafschap Loon, waar hij den 29 Julij 1218 stierf. Zij heeft hem niet lang overleefd en is bij haren gemaal te Herkenrade begraven, na een leven, aanvankelijk bestemd voor grootheid, magt en aanzien, maar dat, ten gevolge van de kuiperijen harer moeder, eerder liet leven van eene vrome zuster geleek.

< >