Behalve het eigentlijke Achaia (Zie bet art. hieronder), wordt die naam ook nog gegeven aan de volgende landstreken:
1) Een gedeelte van Phthiotis in Thessalië (hoofdplaats Alos), waar Achcns, de kleinzoon van Hellen, regeerde.
2) de romeinsche provincie na de ontbinding van den Acbeïschon Bond en de verovering van Corinthe (146 v. Chr.) gevormd door de vereoniging van den Peloponnesus, bet eigentlijke Griekenland, Thessalië en Epirus.
3) een vorstendom, gevormd in 1205 door Willem van Champlitte, te midden van de ontbinding van het grieksche rijk, veroverd door de wapenen der latijnsche kruisvaarders. Het bevatte den geheelen Peloponnesus, met het suzereine gebied van Athene en van Thebe. Het werd weldra overweldigd door Godfried de Villehardouin. lsabelle de Villehardouin droeg de souvereiniteit over Achaia op verschillende huizen over,terwijl die andererzijds door Boudewijn II., den onttroonden keizer van Constantinopel, werd afgestaan aan Karei 1 van Anjou, koning van Napels. Maria van Bourbon, weduwe van Philippe de Tarente, liet die souvereiniteit in 1387 over aan haren neef Lodewijk, hertog van Bourbon, die er echter geen bezit van konde nemen. Het vorstendom splitste zich in het Corinthische rijk, het hertogdom Sparta, Messenië, Elis, enz. Alleen Elis, bij de Genuezen in bezit, behield den naarn van vorstendom Achaia.
4) eene provincie van het tegenwoordige Griekenland, beslaande ongeveer de plaats van het oude Achaia; de hoofdplaats is Patras (oudt. Patra?).
5) een klein rijk in OudAzie, ten noorden van Colchis, aan de oevers van de Zwarte Zee, ongeveer het tegenwoordige Abchasie.