Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Abia

betekenis & definitie

(of Abiam),

1) Koning van Juda, zoon van Rehabeam en kleinzoon van Salomon, regeerde sedert de na Salomons dood plaats gegrepen hebbende splitsing van het joodsche rijk in twee rijken, Juda en Israël, 3 jaren, gedurende welken tijd hij aanhoudend in oorlog was met Jeroboam, koning van Israël, op wien hij eene groote overwinning behaalde.
2) Een nakomeling vipi Aaron (1 Chron. 24: 10), naar wien een der 24 priesterklassen, namelijk de achtste, de klasse Abia’s genaamd werd (Luc. 1: 5).

< >