bezinksel in vloeistoffen; meestal bedoelt men hiermede het bezinksel in urine. Bij gezonde menschen kan bij geconcentreerde urine bij kouvatten een roode neerslag in de urine ontstaan, sedimenium lateritium. Laat men normale urine een tijd staan, dan treedt daarin ammoniacale gisting op, tengevolge waarvan de urine alcalisch wordt en de daarin oorspronkelijk opgeloste phosphorzure zouten (phosphorzure kalk, tripelphosphaat) neerslaan als een wit sediment; het bovengenoemde roode neerslag bestaat uit urinezure zouten.
Het witte sediment lost op door toevoeging van zuren, het roode door verwarming. Behalve deze beide komen bij verschillende ziektetoestanden neerslagen in de urine voor, bestaande uit etter, bloed, vet, enz. Zie ook Urine. Dikwijls is het onopgeloste gedeelte zoo gering of verschilt het in zwaarte (soortelijk gewicht) zoo weinig met de urine, dat het niet bezinkt, maar in de vloeistof blijft zweven; men moet dan om het S. te kunnen onderzoeken, zijn toevlucht nemen tot centrifugeeren door gebruik van een toestelletje (centrifuge of sedimentator).