De L. van een zieke kan zijn een actieve (vrije) of een passieve (door de ziekte bepaalde). Een passieve L. ontstaat door gebrek aan spierkracht (b.v. verlamming) of beneveling van het bewustzijn; de lijder schuift hoe langer hoe meer naar onder in zijn bed.
Gedwongen zijligging vindt men vooral bij pleuritis, en wel met dien verstande, dat de lijder in het begin der ziekte niet of moeilijk op de zieke, later dikwijls bezwaarlijk op de gezonde zijde kan liggen. Een gedwongen rugligging, vooral indien daarbij het hoofd in het kussen wordt ge-boord, is typisch voor de epidemische nekstijfheid. Ook bij buikvliesontsteking en kolieken ligt de zieke bij voorkeur op den rug. Ligging „a la vache”, op knieën en ellebogen, komt voor bij sterke vergrooting van- het hart. Bij hevige benauwdheid neemt de lijder een halfzittende houding aan; hij laat de beenen b.v. uit het bed hangen en steunt met de handen op de knieën of op den rand van het bed. Door de armen op deze wijze te fixeeren maakt hij n.l. van de groote borstspier een inademingsspier. Zie ook Hoogligging, Walchersche
L., Trendelenburgsche L., enz.