CHJ3, een joodverbinding, vormt kleine, glinsterende, citroengele kristalblaadjes van een zoetigen smaak en een doordringenden, voor velen hoogst onaangenamen geur. Het is een krachtig antiseptisch middel, en men bezigt het als zoodanig bij de antiseptische wondbehandeling ; de wonden worden hetzij met Jodoformpoeder bestrooid of met speciaal voor dit doel geprepareerd Jodoformgaas bedekt of opgestopt (getamponneerd).
Intusschen is men voor een deel van het ruim gebruik van J. teruggekomen, daar het middel bij vele patiënten ernstige stoornissen veroorzaakt, n.l. huiduitslagen, hartverlammingsverschijnselen en nerveuse symptomen, van af hoofdpijn tot deliriën en vervolgingswaanzin toe. Bij tuberculeuse aandoeningen heeft J. een zeer gunstige uitwerking ; het wordt b.v. bij gewrichtstuberculose ingespoten als jodoformolie (een 5—10 pCt. emulsie van J. in olijfolie). De onaangename geur van J. kan ten deele worden weggenomen door tonkaboonen.
