Gepubliceerd op 14-06-2022

Acusticus

betekenis & definitie

(nervus ac.), gehoorzenuw; achtste hersenzenuwpaar; ontspringt van den bodem der vierde hersenholte en dringt te zamen met de gelaatszenuw (nervus facialis) in het rotsbeen, om zich hier in een slakkenhuis- en een voorhofszenuw te splitsen voor het inwendige oor.

< >