Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Overlijdensadvertentie

betekenis & definitie

Het openbaar maken van een sterfgeval is een zeer oud gebruik. In 1426 werd door burgemeester en schepenen van Nijmegen een stadsbeambte aangesteld om een sterfgeval luidroepend openbaar te maken. Nadien waren het de gildenknechten en na de Reformatie ook de aansprekers die, niet luidroepend maar wel mondeling of per brief, een sterfgeval meldden aan diegenen die hiervoor door de familie waren aangewezen.

Rouwbrief van 25 juni 1834In de tweede helft van de achttiende eeuw gingen deftige gezinnen ertoe over om rouwbrieven te zenden aan familie en relaties die te ver weg woonden om het overlijden mondeling te laten mededelen. De brieven waren meestal gedrukt in dubbelgroot formaat en bevatten zeer uitvoerige informatie over de ziekte. geschreven in de destijds gebruikelijke gezwollen taal. De portokosten moesten dikwijls door de geadresseerde worden betaald, hetgeen begrijpelijk maakt waarom dikwijls werd verzocht om geen condoléancebrieven terug te sturen. Nabestaanden met een uitgebreide kennissenkring zouden hierdoor op hoge kosten worden gejaagd, immers ook die brieven met rouwbeldag werden ongefrankeerd verzonden. Uit zuinigheid werden geadresseerden daarom wel uitgenodigd om met de nabestaanden mee te rouwen. Deze ietwat gierige halfslachtigheid werd niet door iedereen gewaardeerd. Men kreeg voor negen stuivers portokosten vaak 'de weet van eerren dooden, daer hy voorzeker nimmer een stuiver voordeel of interest in gehad hadde'. Gezien de weerstand tegen rouwbrieven is het niet verwonderlijk dat aan het einde van de achttiende eeuw de eerste overlijdensadvertenties in kranten verschenen, en wel op 12 maart en 26 september 1793 in de Opregte Haarlemsche Courant. Het was gemakkelijk, men behoefde geen groot aantal brieven te verzenden, men vergat niemand én het was zeker veel voordeliger. Omslag van een rouwbrief van 25 juni 1834Overlijdensadvertenties hebben zich tot op heden gehandhaafd en het laat zich aanzien dat zij in onze rouwcultuur niet meer weg te denken zijn. Wel heeft zich in de loop der eeuwen een totale verandering voorgedaan in het taalgebruik, de inhoud en het uiterlijk van de advertenties. De oude teksten waren uitvoerig over ziekte en ziekteverloop; later werden de teksten zakelijker. Daarna kwam er een lange periode met een saaie standaardformulering, zakelijk en zonder enige opsmuk. Tot aan de jaren 1970 is de standaardformulering 'Heden is overleden . .' vrij algemeen. Na 1980 begint een nieuwe manier van bekendmaking en na 1990 is het of alle taboes op dit terrein plotseling worden doorbroken. Er verschijnen mededelingen die uitsluitend voor de dode zijn bedoeld, zoals: 'Dag Boeboe, je was voor mij alles, je Poepie' of 'Dag Frans, ouwe gabber, je Henk'. De bekendmaking is dan nog slechts een zaak tussen twee personen en sluit, mede door het ontbreken van achternaam en adres, iedere buitenstaander uit. Een andere vorm van uitsluiting, het tegenovergestelde van openbare rouw, is de mededeling achteraf, zoals: 'Heden heeft op uitdrukkelijk verzoek van de overledene, de crematie (of begrafenis) in stilte plaatsgevonden'. Afgezien van het foutieve taalgebruik, het zou een wonder zijn wanneer een overledene nog uitdrukkelijk zou verzoeken ... , voelen veel mensen zich hierdoor dikwijls gekwetst. Dat het voor de nabestaanden geen goed begin is van het rouwverwerkingsproces is iets waar psychologen het over eens zijn. De sociale veranderingen, waaronder een grote mobiliteit van werkkring en woonplaats, hebben het laatste kwart van de twintigste eeuw sterk doorgewerkt in overlijdensadvertenties. Landelijke dagbladen zorgen voor een grote verspreiding. Het is het doorbreken van een taboe om met naam en toenaam een familieconflict in een dagblad openbaar te maken evenals zelfdoding. Maatschappelijk wordt het niet meer als een 'schande' gezien. Wat de oorzaak was van het overlijden en hoe de overledene heeft geleefd is niet langer een geheim meer. In alles wil men laten blijken dat men de gestorvene liefheeft. Dat ook reeds gestorven familieleden nog steeds tot de 'familie' behoren, komt tot uiting in de naamsvermelding met een (klein) kruisje. Voor de een logisch, voor de ander onlogisch. Het is een kwestie van gevoel.Enkele rouwadvertenties waarvan de tekst door de dagbladen vóór 1980 zou zijn geweigerdEnkele rouwadvertenties waarvan de tekst door de dagbladen vóór 1980 zou zijn geweigerdEnkele rouwadvertenties waarvan de tekst door de dagbladen vóór 1980 zou zijn geweigerd