Doodschout of doodschuld. De erven waren verplicht om een door het gilde bepaald bedrag te betalen voor de uitvaart, waarna de broeders het lijk ten grave droegen. Werd de doodschuld niet voldaan, dan erkende het gilde de overledene niet als een 'ware verstorvene gildebroeder' en weigerde hem de laatste eer.
Gildebroeders die niet veel vertrouwen hadden in hun erven betaalden de doodschuld reeds bij het leven om deze smadelijke bejegening te ontgaan. Een prachtig voorbeeld van het niet willen betalen is het schilderij van Jan Provost uit 1493 dat in het Stadsmuseum te Brugge hangt. Een rijke gierigaard weigert de doodschout te betalen en nu komt de dood zelf om het te innen. Doch wanneer de dood zelf aan je verschijnt, dan heeft ook je eigen laatste uur geslagen. zie ook: aanspreker, gildenpenning, gilden knecht.