Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Vitesse

betekenis & definitie

vlugheid, snelheid, gezwindheid; versnelling; grande vitesse, ijlgoederen(dienst); petite vitesse, vrachtgoed(dienst); à grande vitesse, snellopend, snel-; à une grande vitesse, met grote snelheid; à toute vitesse, in volle vaart, full speed, met volle kracht; boîte des vitesses, versnellingskast; changement de vitesse, 1. ’t overschakelen (in een andere versnelling); 2. versnellingsbak (ook: boîte de changement de vitesse); en vitesse, met een vaartje, op een holletje; faire de la vitesse, hard (woest) rijden.

< >