I. toereikend, voldoende; fig. zelfgenoegzaam, verwaand, laatdunkend, waanwijs, neuswijs, wijsneuzig;
II. zelfgenoegzaam (waanwijs) heer; j’en ai mon suffisance, ik heb er genoeg van.
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. toereikend, voldoende; fig. zelfgenoegzaam, verwaand, laatdunkend, waanwijs, neuswijs, wijsneuzig;
II. zelfgenoegzaam (waanwijs) heer; j’en ai mon suffisance, ik heb er genoeg van.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: