Saut

betekenis & definitie

sprong; val; waterval; saut périlleux, salto mortale; gewaagde sprong; saut de mouton, 1. haasje-over; 2. ’t bokken v. paard]; saut de loup, brede sloot; saut en l’air, luchtsprong; saut en hauteur, hoogtesprong, hoogspringen; saut en longueur, vertesprong, vèrspringen; faire le saut (périlleux), de sprong wagen; je ne fis qu'un saut chez moi, ik vloog naar huis; au saut du lit, bij ’t opstaan; de plein saut, tout d’un saut, met één sprong; plotseling; par sauts, sprongsgewijs; par sauts et par bonds, met horten en stoten; onregelmatig; van de hak op de tak springend.