Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Rame

betekenis & definitie

rijs, staak [v. bonen, erwten]; roeispaan, riem; riem (papier) [20 boek]; wagenstel [v. spoorwagens], trein; sleep [v. schepen achter sleepboot]; bateau à rames, roeiboot; aller à la rame, roeien; tirer (être) à la rame, roeien op de galeien; fig. zich afbeulen, zwoegen; faire force de rames, uit alle macht roeien.

< >