Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Fumée

betekenis & definitie

rook; damp, uitwaseming; lucht, geur; roes, opwelling, inbeelding, vlek [op diamant]; s'en aller en fumée, in rook vervliegen; il n'y a pas de fumée sans feu, men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan; manger son pain à la fumée du rôt, mogen toekijken; sans fumée, rookloos, -vrij.

< >