I. épate: grootdoenerij; faire de l’épate, drukte maken, pats trappen, swiet slaan; de brani uithangen.
II. épaté: zonder voet; plat; paf, stom verbaasd; nez épaté, platte neus.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: