Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Drôle, drôlement

betekenis & definitie

I. grappig, kluchtig, potsierlijk, vermakelijk, leuk, komisch, aardig; koddig, snaaks; raar, gek, vreemd, typisch; cela n’est pas drôle, ’t is alles behalve plezierig;

II. grappenmaker, guit, snaak; schavuit, kerel; un drôle de corps, een rare snuiter (snaak, snoeshaan); une drôle d’idée, een gek idee.

< >