(met être) blijven, over-, bijblijven; (met avoir) wonen, verblijven; demeurer confus, met beschaamde kaken staan; demeurer court, blijven steken; demeurer indécis, maar niet kunnen besluiten; demeurer interdit, verstomd staan; demeurer pensif, in gedachten verzonken zijn; demeurer silencieux, zwijgen; il ne demeure pas sans rien faire, hij zit niet stil; en demeurer là, daarbij blijven; het daarbij laten; où en étais-je demeuré?, waar was ik gebleven?; en demeurer d'accord, het ermee eens zijn; il n'en demeure pas moins que vous avez..., toch hebt gij...; il est (a) demeuré une heure à s'habiller, hij is een uur bezig geweest met (heeft een uur gedaan over) zijn toilet; il est (a) demeuré longtemps à revenir, het heeft lang geduurd voor hij terugkwam; demeurer en arrière, achterblijven; demeurer en arrière (en reste), in gebreke blijven, onderdoen; demeurer sur place, op de plaats dood blijven.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk