Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Commerce

betekenis & definitie

(koop)handel; koopmanschap, koopmansstand; (winkel)nering; omgang, verkeer, gemeenschap; commerce général, algemene in- en uitvoer; commerce de détail, kleinhandel; commerce de gros, groothandel; faire le commerce (de), handel drijven, handelen (in); d’un commerce agréable, aangenaam in de omgang.

< >