Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Change

betekenis & definitie

ruil, wisseling, ruiling; wisselhandel, -koers; première de change, seconde de change, seule de change, prima-, secunda-, solawissel; donner le change à, op een dwaalspoor brengen, om de tuin leiden, bedriegen; prendre le change, het spoor bijster worden; zich laten bedriegen.

< >