Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Cercle

betekenis & definitie

cirkel; kring; sociëteit, soos, club, gezelschap; gebied, omvang, sfeer; ring, band, hoepel; cercle vicieux, vicieuze cirkel; redenering in een kringetje; faire cercle (autour de), in een kring gaan staan (zitten); zich scharen (om); en cercle, kringsgewijze; vin en cercles, wijn op fust.

< >