Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Carte

betekenis & definitie

kaart; carte blanche, kaart zonder pop; fig. volmacht; donner carte blanche à qn., iede vrije hand laten; fausse carte, slechte kaart; carte fausse, valse kaart; carte (géographique), landkaart; carte marine, zeekaart; carte muette, blinde kaart; carte parlante, kaart met namen; carte postale, briefkaart; carte postale illustrée, prentbriefkaart; carte routière, wegenkaart; carte (à jouer), speelkaart; carte à payer, rekening; gelag; carte (de restaurant), spijskaart; carte de visite, naamkaartje; dresser la carte de, in kaart brengen; jouer aux cartes, kaart spelen; jouer cartes sur table, (met) open kaart spelen.

< >