Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Bureau

betekenis & definitie

bureau; kantoor; schrijftafel; loket, kas; kantoorpersoneel; dagelijks bestuur; afdeling [v. d. Kamer]; bureau auxiliaire, bijkantoor; le deuxième bureau, de inlichtingsdienst; bureau de change, wisselkantoor; bureau de location, kantoor voor plaatsbespreking, plaatsbureau; bureau de placement, verhuurkantoor; bureau de poste, postkantoor; bureau de tabac, tabakswinkel [v. d. regering]; avoir un an de bureau, een jaar on een kantoor werkzaam zijn.

< >