Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Bouillon

betekenis & definitie

bobbel, (lucht)bel, luchtblaasje; pof [v. kleren]; opwelling; vleesnat, -aftreksel, bouillon; eenvoudig restaurant; restanten; verlies; boire un bouillon, fig. een klap krijgen; bouillir à gros bouillons, hard koken; couler à gros bouillons, gutsen, tappelings lopen, met gulpen stromen.

< >