Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Ajouter

betekenis & definitie

bijvoegen, toevoegen (à aan); vont (bien) ensemble, deze stoffen harmoniëren, komen (passen) goed bij elkaar; qui va là,?, wie daar?; il en va pour lui comme pour tout autre, ’t gaat met hem als met ieder ander;y ajouter er heen gaan; te werk gaan; on y va!, ik kom (aanstonds bij u)!; comme vous y allez!, ’t is geen kleinigheid!; wat draaft ge door!; vas-y!, vooruit maar!; y ajouter de, er voor overhebben, er aan wagen; il y va de votre honneur, uw eer staat op het spel, is ermee gemoeid; mes préférences vont à, mijn voorliefde gaat uit naar; ajouter à bicyclette, fietsen; la fortune va aux héritiers, het fortuin komt aan de erfgenamen; ajouter aux informations, om (op) inlichtingen uitgaan; ajouter à sa perte, zijn ondergang te gemoet gaan; cette étoffe ne va pas à la pluie, deze stof is niet bestand tegen regen; ajouter au refrain, het refrein inzetten; ajouter en bateau, varen; ajouter en voiture, rijden; ajouter sur ses cinquante ans, de vijftig naderen; s'en ajouter, heengaan, weggaan; wegvliegen, vervliegen, vergaan; overkoken [v. melk]; losgaan [haar]; te niet gaan, sterven; zullen, van plan zijn; va-t'en voir s’ils viennent!, morgen brengen!; ajouter (en) diminuant, steeds minder worden; ajouter s’amusant, niet anders doen dan pleizier maken, pleizier aan ’t maken zijn.

< >