Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Democratie

betekenis & definitie

Veel mensen denken bij democratie allereerst aan verkiezingen, al noemde H.L. Mencken verkiezingen ‘simpelweg een strijd tussen charlatans voor de stemmen van idioten’ en analyseerde Aristoteles reeds dat verkiezingen geen democratisch, maar een aristocratisch instrument zijn.

Verkiezingen veronderstellen immers dat sommige mensen meer geschikt zijn om politieke functies te vervullen dan anderen. Als iedereen gelijkwaardig zou zijn, dan zou volstaan kunnen worden met loting. Maar dat doen we in de politiek evenmin als bij het kiezen van een huwelijkspartner. (Zie: Gelijkheid) Daaruit volgt: ‘De moderne democratie is per definitie elitair: de echte discussie hoort te gaan over de selectiecriteria die worden gehanteerd om een politieke elite te kiezen.’1 Ook Natan Sharansky, die de prachtige uitspraak heeft gemunt ‘dissidents are lonely’, waarschuwt om democratie niet te verwarren met verkiezingen. Verkiezingen zijn slechts het slotstuk van het bouwen van een vrije maatschappij. Zonder vrijheid kunnen verkiezingen nooit democratisch zijn. Sharansky vindt democratie een nogal problematisch woord. Hij zegt: ‘Ik prefereer vrijheid. Ik zou zeggen dat mensen niet constant in angst willen leven.’2 Niet verkiezingen, maar rechtbanken schragen de democratie. ‘The Western model is best symbolized not by the mass plebiscite but by the impartial judge.’ (Zie: Rechtsstaat)Als verkiezingen het niet zijn, wat is dan de kern van democratie? Democratie is georganiseerd wantrouwen. ‘Democratie is het proces waardoor de mensen vrij zijn degene te kiezen die de schuld zal krijgen.’4 ‘Wie zal er het beste heersen,’ vroeg Plato zich af. Dan kom je al snel tot één conclusie, namelijk dat de beste staatsvorm om zaken goed geregeld te krijgen de dictatuur is. En er zijn drie manieren om een tiran aan de macht te krijgen: via wapengeweld, via erfopvolging of via verkiezingen. Een dictatuur heeft echter twee problemen. Het eerste: hoe kom je aan een goede dictator? Het tweede: hoe kom je van hem af? Karl Popper wees erop dat Plato’s vraag inherent gevaarlijk is en zou moeten worden vervangen door: ‘Hoe kunnen we een grondwet zodanig opstellen dat we in staat zijn zonder bloedvergieten van een regering af te komen?’ Of zoals een onbekende wijze het formuleerde: ‘Politici zijn als vieze luiers. Je moet ze tijdig verschonen en om dezelfde reden.’ Reguliere verkiezingen zijn niet het beste middel om een regering samen te stellen, maar wel een probaat middel om van een regering af te komen. Alleen niet in Nederland. Het hier heersende systeem van coalities maakt dat na verkiezingen altijd ten minste één partij weer in de regering terugkeert die er voor de verkiezingen ook al in zat.5 In de rest van de wereld werkt democratie wel zuiverend, mits enkele voorwaarden in acht worden genomen. Om van een regering af te komen moet een democratie een open samenleving zijn waarin vrije burgers het beleid van de staat kunnen bespreken en toetsen. Alleen als er vrijheid van meningsuiting bestaat zijn regeerders zonder bloedvergieten af te zetten. Paradoxaal is dat ook voor heersers een aantrekkelijk bestuursmodel. Democratie biedt hun de ruimte om af te treden. Een despoot durft dat nooit te doen. Hij weet dat zijn opvolger met hem zal afrekenen. ‘Men kan niet zonder vrees zijn, wanneer men vrees inboezemt.’6 Om die ruimte met verkiezingen soepel open te houden moet men in een democratie terughoudend zijn met het vervolgen van voormalige reeds afgetreden machthebbers. Omgekeerd: als je drie of meer voormalige regeringsleiders voor een dinertje kunt uitnodigen, weet je dat een land democratisch wordt bestuurd.

Wat natuurlijk niet hoeft te betekenen dat het goed wordt bestuurd.7

1 Bart Tromp, inleiding Jacques de Kadt. De deftigheid in het gedrang (1991).
2 Wall Street Journal, 5 november 2007. Zie ook: Natan Sharansky, The Case for Democracy (2004).
3 Fareed Zakaria, The Rise of Illiberal Democracy, Foreign Affairs (nov.-dec. 1997), ook aangehaald in Peter Mair, Ruling the Void. The Hollowing of Western Democracy (2013).
4 Laurence J. Peter, tevens ontdekker van het Peter-principe (Zie: Hiërarchie)
5 Peter Mair.
6 Epicurus.
7 Hans-Hermann Hoppe, Democracy. The God that Failed (2001).