Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Kloet

betekenis & definitie

In eerste instantie kan een verband gezocht worden met de betekenis van het woord kloot (mnl. cloet): bal, (wereld)bol, kluit, klomp. In pejoratieve zin was het woord eertijds al bekend ter aanduiding van een lummel of een lomperik en mogelijk zo ook als bijnaam op nakomelingen overgegaan (en vervolgens een familienaam geworden). Maar bij een groot deel van de naamdragers zal de naam evenals de naamsvorm Van der Kloot naar een woonplek verwijzen die als (De) Kloot bekend staat of een huis waar 'de kloot uithangt', vermoedelijk een wereldbol (de aardkloot). In dit verband is de naamsverklaring van belang die in de Klucht van Claas Kloet wordt geopperd: de achternaam Kloet wijst op het beroep van klotenmaker, dat wil zeggen de vervaardiger van ballen, mogelijk voor balspelen. Een dergelijke nering kan weer verbeeld worden door een grote kloot aan de huisgevel te bevestigen. Vergelijk ook de namen Kluiter(s), Kleuters en Klöters die een klotenmaker kunnen aanduiden.

Daarnaast zou Kloet evenals Kloot(s), Clooten en Kluten een patroniem kunnen zijn, afgeleid van een Germaanse hlod-naam (hlod / clot = (be)roem(d)), zoals Chlodowig, waar later overigens de voornamen Clovis en Ludovicus (Lodewijk) uit voortkwamen.

Misschien kunnen we tenslotte nog rekening houden met interferentie met de Latijnse naam Claudius, die we in ons taalgebied (althans in Noord-Brabant) in de familienaam Gloudemans terugvinden.